De Eenzaamheid van de Priemgetallen – Paolo Giordano

Afgelopen woensdagavond was de leesclub weer bij elkaar om De Eenzaamheid van de Priemgetallen te bespreken. Het is altijd leuk om vast te stellen hoe verschillend de deelnemers een boek waarderen en hoe we ons oordeel soms na zo’n bespreking nog bijstellen omdat er aspecten naar boven komen die je in eerste instantie waren ontgaan. De Priemgetallen werd door alle clubleden (7 in totaal) als een bijzonder boek ervaren. Knap geschreven, boeiend, een apart verhaal en vooral de “vondst” van de priemgetallen vonden we heel mooi. Toch was er ook een belangrijk verschil in beleving. Een drietal vond het een triest, deprimerend boek terwijl de anderen, waaronder ik zelf, dat helemaal niet zo hadden ervaren. Wij vonden het vooral een verhaal over mensen die een trauma uit hun jeugd moesten verwerken en er uiteindelijk ook in slaagden om daar mee te leren leven. Daardoor was het voor ons juist niet deprimerend.

Van de achterflap: De zevenjarige Alice moet van haar vader elke dag naar skiles. Op een mistige ochtend zondert zij zich af van haar skiklasje, komt ten val en ondervindt daar de rest van haar leven de gevolgen van. Mattia is hyperintelligent en schaamt zich voor zijn zwakbegaafde tweelingzusje Michela. Als de tweeling op weg is naar een verjaardagspartijtje laat Mattia Michela achter op een bank in het park met de opdracht dat ze daar op hem moet wachten. Als hij terugkomt is zijn zusje verdwenen. Op de middelbare school kruisen de levens van Alice en Mattia elkaar en er ontstaat een uitzonderlijke vriendschap. Ze voelen zich vanaf de dag van hun ontmoeting verbonden, maar merken al snel hoe moeilijk het is om wezenlijk contact met elkaar te krijgen.

Ik vond het bijzonder mooi boek. De invulling die de schrijver aan de priemgetallen geeft is kenmerkend voor vrijwel alle personen in het boek. Toch is het geen somber boek. Wat mij betreft een aanrader.

Een interview met Paolo Giordano, de recensie in het NRC en de priemgetallen.